Article
De verkeersluwe buurt is ook goed voor de werkmens
Gideon Boie
13/12/2023, De Standaard
Een sociale en rechtvaardige stadsplanning houdt bovenal rekening met de noden van poetshulpen, schrijft Gideon Boie.
De nieuwe mobiliteitsplannen her en der zijn al bij al beperkt: een knipje hier, een eenrichtingsstraat. Toch hebben critici de mond vol van ecodictatuur. Socioloog Wim Van Lancker doet er nog een schepje bovenop en spreekt over de ‘bionademaffia’. De maatregelen om het gebruik van de auto in de stad terug te dringen, worden beschouwd als georganiseerde misdaad.
In een antwoord op de kritiek over het ‘bakfietsbashen’ haast Van Lancker zich om te pleiten voor een inclusieve klimaattransitie. Toch ben ik geneigd om het spookbeeld nog even serieus te nemen. De echo van de volkse achterdocht verdringt namelijk de sociale en inclusieve dimensie van iets als de verkeersluwe buurt.
De term bionademaffia past goed in de linkse kritiek op de sociale bijziendheid in de stedelijke transitie. Het verwijt is dat de organisatie van verkeersluwe buurten alleen rekening houdt met de middenklasse wiens leven en werk zich vooral in de stad afspeelt. De arbeidende klasse werkt daarentegen op afgelegen industrieterreinen en kan niet zonder auto om het dagelijkse brood te verdienen. Tegelijk zou de aandacht voor publieke ruimte in de weg staan voor de echte noden van de arbeidende klasse, zoals betaalbare woningen.
Leve de oude klassenstrijd
Opmerkelijk in het beeld van de bionademaffia is dat het voorbijgaat aan de goede oude klassenstrijd. De sociale klasse is niet langer de dupe van een bezittende klasse, maar wel van een stedelijke middenklasse die ’s ochtends met de fiets gaat werken en ’s middags met een bionade in het park flaneert. De fetisj voor de één is het fobisch object voor de ander. De bionade is de kwalijke voorbode van gentrificatie, speculatie en sociale verdringing. De stedelijke middenklasse krijgt daarbij de schuld van een overheid die in gebreke blijft op vlak van sociale huisvesting en vrij spel geeft aan de vastgoedmarkt.
De term bionademaffia vormt tegelijk een vergoelijking van de intimidatie en het geweld dat we recent zagen tegen de mobiliteitsplannen in Brusselse gemeenten. Zo nam een woedende menigte in Schaarbeek het recht in eigen handen toen een nieuwe testfase van het mobiliteitsplan in werking trad. Verkeersborden en paaltjes werden losgerukt en voor de trappen van het gemeentehuis gedeponeerd. Politici van (radicaal-)linkse en liberale partijen spraken over een democratische opstand en keurden zo het geweld impliciet goed. Een terechte bezorgdheid voor armoede valt zo eigenaardig samen met het status quo in de stedelijke politiek.
Maar de gegoede klasse voelt zich evengoed de dupe van de bionademaffia. Voor de bewoners van de groene randstad vormen verkeersknippen en eenrichtingsverkeer de georganiseerde misdaad die de centrumstad ontoegankelijk maakt. Zo ontstaat een bijzondere alliantie tussen de gegoede klasse en de hardwerkende mens. Gezamenlijk trekken ze ten strijde tegen de verkeersluwe buurt. Voor de één staat de auto symbool voor een vlot verkeer van personen en goederen, met directe toegang, bloeiende handel, tevreden klanten … Voor de ander is de auto een noodzakelijke voorwaarde van sociale productiviteit en de parkeerplaats een vanzelfsprekend deel van de sociale zekerheid.
Alleenstaande moeder
Het fordistische wereldbeeld maakt dat de terechte strijd tegen armoede verstrikt raakt in politieke spelletjes. Neem een andere gezichtspunt in over de gedupeerde klasse en de hele discussie kantelt. Wat als we uitgaan van de alleenstaande moeder die op een en dezelfde dag verschillende jobs en verantwoordelijkheden combineert? Stedenbouwkundige Eva Kail stelt dat een sociale en rechtvaardige stadsplanning eerst en vooral de noden en verlangens van de poetshulp in rekening moet brengen. Kail is verantwoordelijk voor een gendergevoelige stadsplanning in Wenen.
Ze verdedigt opvallend de 15-minutenstad – nog zo’n dada van de bionademaffia – en presenteert dat als een feministische verworvenheid in Wenen. Een alleenstaande moeder die precaire arbeid verricht, zich op meerdere adressen per dag moet aandienen en daarna haar kind van school moet afhalen, heeft helemaal geen tijd om zelfs maar 15 minuten te wandelen naar een park. Het park moet aan de achterdeur beginnen, zodat het kind kan spelen terwijl moeder kookt. De spontane ondersteuning van buren stelt haar in staat om nog snel even naar apotheek te hollen.
Gideon Boie, “De verkeersluwe buurt is ook goed voor de werkmens”, De Standaard, 17 augustus 2023, 26-27.
—
Tags: Brussels
Categories: Urban planning
Type: Article