Article

Zet de deuren van Sint-Barbara wijd open

Gideon Boie en Roel De Ridder


2014, Architectuurwijzer

Sibe Duysters en Jeroen Bohnen

Het mijnerfgoed wordt genoemd als unieke troef in de relance van Limburg. De mijnzetels zijn gegeerd goed voor de meest uiteenlopende programma’s. En toch is commercieel succes niet direct een garantie op geslaagd erfgoedbehoud. De unieke reconversie van C-mine blijkt moeilijk herhaalbaar. En bovendien valt het religieus mijnpatrimonium buiten de reconversieplannen. De uitdaging is om ook het religieuze aspect van het mijnverleden deel te maken van het leven vandaag. De vraag is: welk verleden zullen we vandaag leven?

De parochiekerk Sint Barbara spreekt tot de verbeelding. De mijnkathedraal torent hoog boven de tuinwijk. Het gigantische gebouw bracht een bont gezelschap van arbeiders en ingenieurs samen onder God. De mijnmaatschappij wist indertijd heel goed dat een vlotte productie alle baat heeft bij een sterke gemeenschap.

Vandaag is veel veranderd in de Eisdense tuinwijk. Het doek is niet alleen gevallen over de mijnactiviteit, maar ook over de flankerende activiteiten. Op een doordeweekse dag staat Sint Barbara er verlaten bij en de bijgebouwen bruisen allerminst. Het zwaartepunt van de dynamiek ligt vandaag in het winkelcentrum.

Daar bovenop komt dat Sint Barbara sinds 2002 een beschermd monument is. Dit betekent dat de instandhouding handen vol geld kost aan de lokale kerkfabriek en het gemeentebestuur. De herbestemming van het religieus patrimonium ligt niet voor de hand. De symbolische waarde van de vele parochiekerken is groot, maar de nuttige vloeroppervlakte beperkt en de ligging is perifeer.

Sint Barbara is geen alleenstaand geval. 40% van de parochiekerken in Vlaanderen zijn gedeeltelijk of geheel geklasseerd als monument.

De toekomst van het mijnerfgoed is niet alleen een kwestie van marktinteresse. In Maasmechelen Leisure Valley is authenticiteit in ieder geval ver te zoeken. Het enige voordeel van de mercantiele eenzijdigheid in de Valley is dat de tuinwijk ongemoeid gelaten is. De mijnkathedraal en de omliggende gebouwen zijn hierdoor gevrijwaard van goedkoop spektakel en slechte smaak.

Sint Barbara biedt vandaag kansen voor een andere vorm van herbestemming. In de eerste plaats komt de inhoud. Zinvolle nevenbestemming is het sleutelwoord. De kerk kan terug het centrum worden van een levende gemeenschap op voorwaarde dat de kerk niet dient als ‘graf en grafzerk van God’ – zoals Nietzsche ooit neerschreef.

De kerkrenovatie die vandaag uitgevoerd wordt, vraagt een ambitieus herbestemmingsprogramma. Laat de kerk de plaats zijn voor het vieren van het leven en de dood, voor spirituele en materiële bediening, voor een uitwisseling van culturen en voor nog veel meer. Waarom worden de deuren van Sint Barbara niet wijd opengezet voor de activiteiten van de lokale gemeenschap?

Uiteindelijk is de moderne gedachte van de tuinwijk altijd een dagdroom gebleven. Waar is de kleinschalige handel, het postkantoor, de kindercrèche, de kiosk en het casino gebleven? Het openluchtzwembad werd inmiddels gesloopt. Behalve het sportveld van Patro Eisden zijn weinig voorzieningen gerealiseerd. De mijnkathedraal kan de geschiedenis tegemoet komen als ze weer een centrale plaats opeist in het hart van de lokale gemeenschap.

In de tweede plaats is er de manier waarop – het ‘hoe’. Minister-President Geert Bourgeois, ook in de vorige regering als Minister Binnenlands Bestuur bevoegd voor onroerend erfgoed, ijvert voor de oprichting van een national trust voor het behoud van de vele monumenten die Vlaanderen rijk is. Het betreft een Engels model van monumentenzorg waarin de overheid beroep doet op individuele ledenbijdragen en de inzet van vrijwilligers.

Om de trust op Vlaams niveau te realiseren is een hele cultuuromslag nodig – Vlaanderen kent een sterke traditie in erfgoedbehoud, maar niet op vlak van vrijgevigheid. Het grote voordeel is dat Geert Bourgeois in zijn functie van Minister van Binnenlands Bestuur ook bevoegd was voor Erediensten. Hij maakte de financiële tussenkomst van de lokale overheid in kerkfabrieken afhankelijk van een lokaal geformuleerde toekomstvisie voor het religieuze patrimonium.

Het trustmodel gaat niet alleen om geldinzameling, maar vooral om het draagvlak dat nodig is voor het behoud van religieus patrimonium. Een Community Land Trust heeft daarom wellicht de beste kans op slagen. In dat geval wordt het beheer van Sint Barbara overgedragen aan een lokale, coöperatieve trust speciaal daartoe opgericht. De trust staat open voor iedereen en verzamelt alle betrokken partijen. In overleg wordt gezocht naar activiteiten die aansluiten op de lokale noden en verlangens.

Een gemeenschapstrust voor Sint Barbara past goed binnen de visie rond de nevenbestemming van kerken, zoals geformuleerd door het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC). Binnen een trust kan de gemeenschap zelf bepalen wat ze nodig heeft en zelf bepalen waarvoor Sint Barbara zal dienen.

Categories: Architecture

Type: Article

Share: