Article

Wim Dries & bOb Van Reeth in gesprek over de ruimteregie in Limburg

Gideon Boie


04/2014, Architectuurwijzer

Architectuurwijzer (AW) wil de architecturale kwaliteit in Limburg op de politieke en maatschappelijke agenda plaatsen, en dat uitdrukkelijk vanuit een cultureel standpunt. Vandaag bespreken we de ruimteregie in Limburg met 2 prominente gasten: bOb Van Reeth, voormalig Vlaams bouwmeester, en Wim Dries, burgemeester van Genk.

 

Architecturale kwaliteit op de agenda

bOb Van Reeth is degene die het concept ’provinciaal bouwmeester’ lanceerde. Gideon Boie verwijst naar de startnota die 2 jaar geleden gelanceerd werd. Intussen heeft idee kunnen rijpen en is het tijd om het verder uit te spitten. bOb Van Reeth blijft het een goed idee vinden om een provinciaal bouwmeester te hebben, tenminste om iemand te hebben die mee aan de ruimteregie werkt.

Vergelijking met Vlaanderen

De Vlaamse bouwmeester is ontstaan vanuit kritiek die vanuit een aantal hoeken kwam. Toenmalig Minister Wivina Demeester is hierop ingegaan en heeft bOb Van Reeth opdracht gegeven ervoor te zorgen dat alles wat de Vlaamse overheid bouwt kwalitatief is. Dit moet breed geïnterpreteerd worden, het gaat bv. ook over de bouw van bruggen. Het succes van de Vlaamse bouwmeester was dat gemeenten hem hulp kwamen vragen. Hij lanceerde het idee van de Open Oproep: een selectieprocedure voor de aanstelling van een architect, bv. bij de bouw van een nieuw gemeentehuis.

Hoe eraan beginnen in Limburg?

bOb Van Reeth stelt dat de invulling van de functie ’provinciaal bouwmeester’ mee afhangt van degene die het gaat doen. Volgens bOb Van Reeth moet de provinciaal bouwmeester iemand zijn die tegenstrijdigheden kan opvangen, een charismatisch figuur. Hij moet 44 beleidsploegen op één lijn krijgen. Hij moet niet zelf ontwerpen, maar hij moet mensen samenbrengen. Hierbij is de opdrachtgever een belangrijk gegeven. Die moet de ambitie hebben om sporen na te laten, en moet verschillende uitvoerders met verschillende ideeën aanspreken. De bouwmeester coördineert dit en let op wat er gebeurt met de publieke ruimte.

Een mogelijke aanpak voor de aanstelling van een provinciaal bouwmeester is, zo suggereert bOb, om potentiële kandidaten aan te spreken en hen op papier te laten zetten wat ze willen verwezenlijken, wat hun prioriteiten zijn.

Volgens Wim Dries moet het takenpakket duidelijk zijn als je een Limburgs bouwmeester aanstelt. Bij de aanstelling van de Vlaamse bouwmeester was daar een decretaal kader rond. De vraag is hoe je een provinciaal bouwmeester een mandaat geeft. Er is zeker ruimte voor een meer gestructureerde aanpak, maar op provinciaal vlak is een dergelijke taak niet voorzien.

Bestaande structuren en hun (potentiële) link met de provinciaal bouwmeester

Het RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) Hasselt-Genk geeft nu een juridische uitvoering van 21 projecten, maar het is niet het project Hasselt-Genk. Het zou in Limburg een surplus zijn indien iemand de schouders zet onder de planningsfase, maar dat is niet evident. Zeker niet als 44 burgemeesters hun veto kunnen stellen. In het decreet van 2009 ligt er een zeer sterke autonomie bij de gemeentebesturen, zowel op lokale planning als op lokale bouwvergunningen.

Kunnen we de opdracht van provinciale bouwmeester koppelen aan het Territoriaal ontwikkelingsplan (T.op) dat de Vlaamse overheid voor Limburg gestart is? Daar een mandaat voorzien? Roel De Ridder geeft aan dat in dat geval de Limburgse bouwmeester een project van Ruimte Vlaanderen vertaalt naar de eigenheid van Limburg. Bedenking uit het publiek hierbij is dat je dan top-down werkt, terwijl een provinciaal bouwmeester ook bottom-up zou moeten werken. Ook hier blijft de hamvraag hoe je het mandaat regelt.

Wim Dries heeft bedenkingen bij een intergemeentelijke samenwerking (IGS) op vrijwillige basis want dan wordt het een moeilijk verhaal. Gemeenten moeten hun bevoegdheden willen afgeven. Op sommige gebieden gaat dat goed, op vlak van RO minder.

De provinciaal bouwmeester zou kunnen ingebed worden in een bestaande constructie, bv. een autonoom gemeentebedrijf zoals Limgrond. De expertise in zo’n bedrijf zou een aantrekking kunnen vormen om gemeenten over de streep te trekken.

Ofwel kan de werking van de Gecoro’s (gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening) groeien, zodat er op een uniforme manier gepraat kan worden. Op die manier til je de Gecoro’s naar een hoger niveau. Wel opletten dat Gecoro’s niet tegelijk rechter en partij zijn: ze moeten vandaag de dag bezwaarschriften behandelen! Volgens Wim Dries is er een zestal jaar geleden als eens voorgesteld dat Hasselt en Genk een afgevaardigde naar elkaars Gecoro zouden sturen, maar daar was de tijd toen nog niet rijp voor. Momenteel denken de Gecoro’s nog sterk vanuit hun eigen grondgebied. In sommige gemeenten is er een kwaliteitskamer opgericht, maar die werkt erg projectgebonden.

Soms doen studiebureaus het denkwerk rond ruimteregie, bv. voor de opmaak van een RUP. We denken ook aan de grote Limburgse architectenbureaus die momenteel alle aanbestedingen binnenhalen. Ze zijn op dit moment de informele ’Limburgse bouwmeesters’ die een visie aandragen, al blijft hun opdracht beperkt binnen een dienstverband.

Voor kleinere gemeenten is het moeilijk om zelf alle expertise in huis te halen. Ze vragen al eens hulp aan de grotere gemeenten. Is het dan geen idee om een intergemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar aan te stellen? Wim Dries geeft aan dat het zelfs dan nog mogelijk is dat de gemeenten afwijken van het standpunt van de intergemeentelijke ambtenaar. De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid blijft dus bij de afzonderlijke gemeenten.

Wat met de autonomie van de gemeenten?

Speelde die autonomie van de gemeenten ook zo erg t.o.v. de Vlaamse bouwmeester? bOb Van Reeth vertelt dat die samenwerking groeide vanuit de wil om de selectie van architecten te laten ondersteunen door de bouwmeester. De gemeenten hadden geen schrik om autoriteit af te geven, maar zagen de kans om te groeien. Bovendien kregen ook lokale architecten de kans om mee te doen bij een Open Oproep door de preselectie die al gemaakt werd.

De bouwmeester moet de autonomie van de 44 gemeenten respecteren. Door een meerwaarde aan te bieden kan je erop rekenen dat de gemeenten uiteindelijk zelf met hem zullen willen werken.

Wim Dries vindt dat we moeten opletten dat we – naast de Vlaamse bouwmeester – niet nog een nieuw instituut maken dat hetzelfde doet. Hij stelt als mogelijke oplossing voor om de Vlaamse bouwmeester bij de 44 Limburgse gemeenten te promoten, zodat meer gemeenten met hem gaan samenwerken. Om dit euvel te vermijden heeft Architectuurwijzer het programma van de provinciaal bouwmeester Limburg uitgeschreven als complementair aan de Vlaams bouwmeester – er zijn geen overlappende bevoegdheden.

Er is al samenwerking tussen de gemeenten, bv. rond de Stiemerbeek en rond De Wijers. De vraag is hoe je deze samenwerking kan versterken. Volgens bOb Van Reeth is dé hamvraag hoe je tot kwaliteit komt in domeinen waar die nu niet verzekerd is. Heb je daar een provinciaal bouwmeester voor nodig?

Uit het publiek komt de bedenking dat de vraag naar een provinciaal bouwmeester impliceert dat de administraties van de gemeenten niet goed werken, of niet goed mogen werken. Laat eerst de administraties hun werk doen, en bekijk dan of de provinciaal bouwmeester een toegevoegde waarde kan hebben.

Volgens Wim Dries zijn er in veel gemeenten goed werkende administraties. Maar het spanningsveld tussen beleid en administratie is soms wat moeilijker. Een bouwmeester of een studiebureau kan de blik verbreden, kan nieuwe visies aanreiken. Externe prikkels kunnen goed zijn. Ambtenaren moeten breder kijken. Volgens Wim Dries mag Vlaanderen (en de Vlamingen) ambitieuzer zijn op vlak van architectuur. We mogen niet onderschatten wat architectuur kan doen.

Troeven gezamenlijk presenteren

Limburg heeft troeven genoeg. We moeten die troeven gezamenlijk presenteren om zo meer mensen aan te trekken. Niemand gaat een week op reis in Genk of in een andere gemeente op zich: door heel Limburg te promoten, heb je een mooier aanbod. En: ”Als de zon schijnt in Hasselt regent het niet in Genk.” Dat geldt voor heel Limburg. Als Genk samenwerkt met Maasmechelen Village is dit niet slecht voor de handelaars in Genk. Als toeristen een weekend in Genk logeren, en een namiddag naar Maasmechelen Village gaan, zullen ze de rest van de tijd ook in Genk verteren. Dat is soms moeilijk uit te leggen.

Ook op vlak van RO moeten we durven innoveren, verder kijken dan het bestaande. We moeten de troeven van de mooie natuur uitspelen. Hoe brengen we een belevingslaag op die natuur? Door mensen erin te laten, leren ze de natuur kennen. Zo komt er een symbiose. We moeten de verschillende functies meer verweven. Ook hier zou een bouwmeester mee vorm aan kunnen geven. Hij zou bv. mee na kunnen denken hoe je De Wijers combineert met het Nationaal Park, hoe je dat optilt zodat er een belevingslaag op de natuur gelegd wordt. Wim Dries pleit voor een symbiose tussen ecologie, recreatie, economie, gebiedsontwikkeling, …

Een keuze maken

Als de provinciaal bouwmeester enkel moet dienen om Open Oproepen te organiseren, is Wim Dries tegen. De Vlaamse bouwmeester doet dit goed, laat dit aan hem over. Een provinciaal bouwmeester moet denkprocessen doorbreken, lagen op elkaar leggen, mensen bij elkaar brengen, meerwaarde creëren. Er bestaan al grensoverschrijdende projecten waar bottom-up wordt nagedacht over kwaliteit: in de Wijers, het Nationaal Park, het T.op-project.

Wim Dries vraagt zich af wat het uitgangspunt is in het denkproces over de bouwmeester: gaan we voor het instituut ’Limburgs bouwmeester’ of vertrekken we vanuit het begrip ’kwaliteit van de leefomgeving’ – eventueel via andere wegen?

We moeten vermijden dat dit een denkoefening blijft. We moeten zorgen dat dit op de politieke agenda komt en dat er een mandaat komt. Wim Dries raadt aan om een beleidsuitspraak te vragen aan de provincie, om het tekstwerk over te maken aan de gemeenteraden en hun standpunt te vragen.

‘Wim Dries & bOb Van Reeth in gesprek over de ruimteregie in Limburg’, C-mine Genk, 1 april 2014

Organissatie: Archictuurwijzer
moderatoren: Gideon Boie en Roel De Ridder

Categories: Architecture

Type: Article

Share: