Article
Stad, ecologie en gezondheid
Gideon Boie
16/03/2023, Psyche
Image: 1010a+u
Het wandelen in de natuur was de ideale vluchtlijn tijdens de lockdown, het was een voor de hand liggend resultaat van een onderzoek aan de Universiteit Antwerpen. Tegelijk bleek de veerkracht van moeders met jonge kinderen groter als ze in een groene omgeving wonen. Het bracht Greet Schoeters, Hans Keune, Tim Nawrot en Nik Van Larebeke, onderzoekers aan verschillende universiteiten, ertoe om in De Standaard (16 januari 2023) natuur te presenteren als een recept tegen burn-outs en dus goed voor de mentale gezondheid.
Het voorschrift past binnen de traditie van geestelijke gezondheidszorg als een vorm van separatie, waarbij de natuur functioneert als de prikkelarme omgeving ver weg van stedelijke drukte en sociale verwachtingen. Maar zou het kunnen dat de stellingname sterk uitgaat van een tegelijk romantische en utilitaristische kijk op natuur? Het idee van onbekommerd genieten van natuur gebeurt tegen de achtergrond van een blijvende uitputting ervan. Zo toont het nederzettingenpatroon in ons klein landje hoe het verlangen naar natuur aanleiding is voor ongebreidelde woonuitbreiding en lintverkavelingen.
Bovendien staat in het nieuwe klimaatregime de natuur onder geweldige druk, getuige de temperatuurschommelingen, overstromingen, exotische indringers en wat nog allemaal meer. Op dat vlak ligt de natuur in het verlengde van de menselijke psyche, minstens even grillig, houvast is ver te zoeken. Félix Guattari, filosoof en psychoanalist, trok de parallel tussen natuurlijke omgeving en menselijke psyche in zijn essay ‘Les trois écologies’ (1989). Ook sociale verhoudingen beschouwde hij als een ecologie. De stedelijke samenleving is niet zomaar het tegengestelde van natuur, maar hoogstens een variatie op het thema.
Eerder dan de éne sfeer te beschouwen als toevluchtsoord voor als het fout loopt in de andere sfeer, gaat het erom het ecosysteem in samenhang te denken. Guattari sprak over ‘transversale sleutels’ die de drie registers in elkaar haken. Ik denk dan vandaag aan braakliggende terreinen die het toneel vormen van buurttuinen, stadsboerderijen of simpelweg gekoesterd worden als wildernis. Deze groene longen in de stad zijn katalysator van sociale verhoudingen voor zover buurtbewoners er samen zorg voor dragen én ze openen een nieuwe ruimte in het mentale landschap van de stad.
Uniek voorbeeld is Parckfarm, waarbij in 2012 een verwilderde spoorbedding in Laken open gesteld werd als tijdelijk festivalterrein voor een biënnale rond landschap. Tal van installaties werden eigenhandig opgebouwd door architecten, kunstenaars, studenten én buurtbewoners. Curator Petra Pferdmenges (Alive) bracht alle noden en verlangens samen in een eclectische assemblage met een composttoilet (L’usine de tresoir noir), kantine (Farmhouse), kippenren (KotKot), moestuin, pizzaoven en wat nog allemaal meer. Zo kwamen tal verschillende gebruikers samen in dezelfde ruimte.
In Parckfarm was niet alles peis en vree. Verwijzend naar een discussie over het hoeden van schapen omschreef architect Bert Gellynck (1010 a+u), ontwerper van het Farmhouse, het parkje als een ‘laboratorium van antagonisme’. Toen de overheid begreep dat het hoeden van schapen door buurtbewoners vooral religieus geïnspireerd was, werd het verboden. Dat had weinig betekenis toen bleek dat de schapen plots waren verdwenen, aangezien het Offerfeest niet veraf was. Het nam niet weg dat het tijdelijke initiatief omwille van groot succes bestendigd werd en nu al 10 jaar functioneert als buurtpark.
Een eindje verderop in Molenbeek werd MolenWest ingericht op een voormalig werkterrein rond het Weststation, naar ontwerp van 1010 a+u. MolenWest is een tijdelijke publieke ruimte opgebouwd met vrachtcontainers en recuperatiematerialen. Hiermee werd op het drukke verkeersknooppunt een zone afgebakend voor jonge buurtbewoners. Het pleintje is het toneel van tal van activiteiten, zoals huiswerkklassen, sport en spel, creatieve workshops en dergelijke meer. De lichte constructie maakt dat het relatief gemakkelijk is om in te spelen op veranderende noden en verlangens. In de betonvloer werden opening geboord om water te laten wegspoelen en natuur zijn werk te laten gaan.
In ParckFarm en MolenWest speelde de overheid weliswaar een belangrijke ondersteunende rol, centraal staat wel de zelforganisatie van buurtbewoners. Burgers nemen een eigen verantwoordelijkheid voor het behoud en onderhoud van hun leefomgeving. In die zin benadrukt architect-filosofe Doina Petrescu dat sociale reproductie en ecologisch herstel altijd gepaard gaat met een herstel van subjectiviteit. De zorg voor de leefomgeving is tegelijk een zorg voor de vreemde ander én een zorg voor zichzelf.
Als we spreken over de natuur als medicijn dan mogen we de sociale ecologie niet vergeten, net zomin onze mentale ecologie. In het tijdelijke gebruik van braakliggende terreinen of leegstaande panden leren mensen omgaan met crises, leegstand krijgt een invulling, materiaal wordt gerecupereerd, verwildering blijkt een bijdrage aan biodiversiteit, conflict een aanzet tot wederzijds begrip, verval een bron van schoonheid. Beperkingen in de leefomgeving worden zo evenzoveel mogelijkheden voor een andere toekomst en een uitnodiging om deze in samenspraak te realiseren, minstens actie ervoor te voeren.
Artikel gepubliceerd in Psyche 35 (1), maart-april-mei 2023, pp. 20-21.
—
Beeld: MolenWest (c) 1010a+u
—
Categories: Urban planning
Type: Article