Article
Kunstenaars kiezen voor vrijheid en verantwoordelijkheid
BAVO
2011, Rietveld Academie
Noem kunstenaars maar ouderwets. Maar kunstenaars geloven nog steeds dat de mooiste dagen van Nederland voor ons liggen. Zij werken aan een toekomst die vele malen prachtiger is dan wat we achter de rug hebben. En waarom ook niet? Nederlandse kunstenaars zijn een volkje apart. Zij leven en werken vanuit een Opstand, een voortdurende strijd voor de vrijheid.
Eeuwen terug hebben kunstenaars de zompige moerasdelta omgevormd tot een referentiepunt in de kunstgeschiedenis waar de hele wereld jaloers op is. Hier, achter de dijken, hebben kunstenaars bijgedragen aan een gemeenschappelijke rijkdom die zijn gelijke niet kent, met vrijheid van expressie en met van oudsher een openheid naar mensen die open staan voor kunst.
Hier werd het huis van Thorbecke getekend. Waarin Nederlandse kunstenaars de machtige heren uit Den Haag de wacht aanzegden. De Haagse kliek werd medegedeeld dat hun macht verviel als het niet stoelde op een vrije kunstpraktijk. Onze kunstenaars verklaarden plechtig dat hun beroepsuitoefening een eigen maatschappelijke waarde heeft, zij hebben dapper de artistieke vrijheid bevochten en zij hebben onze natie ruim terugbetaald.
Eeuwen zwermden Nederlandse kunstenaars uit over alle continenten. Onze driekleur werd het symbool van artistieke vrijheid en verantwoordelijkheid. Van een volk waar kunstenaars het eigen lot bepalen en hun artistieke productie de natie verrijkt.
Maar dat is lang geleden.
Steeds meer kunstenaars vragen zich anno 2011 af of hun toekomst nog wel in Nederland ligt. Duizenden kunstenaars schreeuwen het uit nu Den Haag niet langer hun artistieke vrijheid verzekert, duizenden kunstenaars hebben hun maatschappelijke nut opgegeven. Onze kunst verkeert in de grootste crisis sinds Thorbecke. De vraag dringt zich op waarom Den Haag doorgaat met heilloze bezuinigingen die niets bijdragen aan de verantwoordelijkheid van kunstenaars. Kunstenaars worden hierdoor overgelaten aan Amsterdamse gordelinstellingen die de voeling missen met wat leeft onder de mensen.
Ondertussen bestaat bij velen het gevoel dat we de kunst aan het kwijtraken zijn. Wijk na wijk, straat na straat, broedplaats na broedplaats trekken kunstenaars zich terug in geestdodende vrijblijvendheid. De massale terugtrekking van kunstenaars in afgesloten werkateliers bereikt jaar op jaar een triest record en zal de komende jaren alleen nog maar verder escaleren. Onverantwoordelijkheid tiert welig. De vlag van artistieke vrijheid wappert niet meer en moet de vlag van artistieke onverschilligheid naast zich dulden.
Bij veel van de problemen die de Nederlandse kunstsector teisteren is de diagnose hetzelfde: kunstenaars zijn losgeslagen van de werkelijkheid en doen op eigen houtje dingen waar gewone mensen niet beter van worden. Onze kunstenaars hebben zich bekeerd tot de illusie dat alle kunstuitingen (en daaraan verbonden waarden) gelijk zijn. Alles moet kunnen. Er bestaat geen waarde of waardeloosheid, de kunstproductie is inwisselbaar, kunst in het museum of kunst op straat, lege zalen, eindeloze repetitie, artistieke feestjes waar de buurt niet op uitgenodigd is – wat maakt het uit.
De trots waarmee wij met overtuiging en decennialang een gedeelte van ons salaris hebben overgemaakt aan kunstenaars, het systeem van kunstsubsidies, is verworden tot een magneet voor een stelletje professionele pleziermakers. Niet meer een investering in een kunstpraktijk die de verlangens en behoeften van de Nederlander beantwoord, maar een afhaalloket voor onevenredig veel lanterfantende kunstenaars. Henk en Ingrid betalen voor de individuele carrières van kunstenaars en zij krijgen hiervoor niets terug.
Staan wij, het Nederlandse volk, machteloos? Moeten we lijdzaam toezien hoe alles dat ons dierbaar is vernacheld wordt door losgeslagen kunstenaars?
Natuurlijk niet. Oprechte kunstenaars kiezen na de schreeuw voor actie. Als we willen kunnen we alles. Onze voorbeelden uit de vaderlandse kunstgeschiedenis zagen de ondergelopen delta en dachten: hier kan de kunst iets betekenen. Filips van Marnix vond in Nederland een goudmijn aan inspiratie, mogelijkheden en opdrachten en zei: samen de schouders er onder. Rembrandt van Rijn eerde de burgerwachten die de Nederlandse samenleving veilig maakten tegen tuig. Multatuli zag de wantoestanden in Nederlands-Indië en stelde deze met pen en papier scherp aan de kaak. Vincent Van Gogh bracht het hardvochtige leven in de Nederlandse provincies en veenkolonies pakkend in beeld.
Wij zien een land waar kunstenaars nu echt afscheid moeten nemen van gemakzucht en carrièrebelang. Overal staan kunstenaars terug op om hun praktijk af te stemmen op de concrete verlangens en behoeften van het Nederlandse volk. Hiermee verrijken zij hun stad, hun provincie, ons Rijk. Kamiel Verschuren mobiliseert zijn collega-kunstenaars om samen de handen uit te mouwen te steken in Rotterdam-Zuid – een gebied waar ambtenaren het niet alleen redden. Jonas Staal breekt het taboe over de ontelbare Rotterdammers die verjaagd zijn op Zuid door de instroom van gelukzoekers met een standbeeld dat iedereen tot denken stemt. Jeanne van Heeswijk brengt buurtbewoners dicht bij elkaar met kunstevenementen in woonbuurten die onverbiddelijk op de schop gaan.
Wie mee wil doen: welkom! Het geluid dat kunstenaars vandaag laten horen, is er een van vrijheid en verantwoordelijkheid; en een rotsvast geloof dat de mooiste dagen van Nederland nog steeds voor ons liggen. Wij zijn gewone kunstenaars die aan Den Haag zeggen dat de vlag van de artistieke vrijheid weer moet wapperen in Nederland. Wij zijn patriotten die vanuit de artistieke vrijheid actie voeren voor de levendigheid van onze woonbuurten en de voortvarendheid van Nederland. Bevrijdingsdag is onze inspiratie. Met een hernieuwd geloof in de artistieke vrijheid trekken we verder. We doen al mee in Rotterdam. Ook op de grachten van Amsterdam bieden wij onze diensten aan.
Wij roepen alle kunstenaars op om zich aan te sluiten op onze trek naar Den Haag, Almere en naar alle provincies van het Nederlandse Rijk.
Onze strijd is niet eenvoudig. Kunstenaars zitten opgesloten in artificiële broedplaatsen. De alliantie met een even eng als welgesteld consumentenpubliek betekent dat kunstenaars de vrije en openbare actie ten allen prijzen schuwen. De kritiek die kunstenaars met durf moeten verduren – wij denken aan Kamiel Verschuren, Jonas Staal en Jeanne van Heeswijk – is een aanmaning om krachtig door te zetten.
Onze strijd is de juiste en wij staan op de schouders van de kunstenaars die ons voorgingen.
Dat doen we. Wij verklaren ons weer onafhankelijk van kunstelites en hun onwelriekende idealen – kunstverzamelaars met fijne smaak, kunstinstellingen met onduidelijke curationele agenda’s en overheden die de kunst als een linkse hobby misbruiken.
Dit is een tijd om te kiezen. Kunstenaars kiezen voor de mensen die het niet cadeau krijgen. Deze mensen vormen onze inspiratie en ons materiaal. Onze artistieke producten verrijken hun leven. Wij kiezen voor een Nederland waar kunstenaars het sociale en economische leven verrijken op de manier die ze zelf willen. Laat onze kunstenaars zich maar uitspreken; zij weten het beter dan de Haagse kliek en Amsterdamse gordelelite samen. Geen hooghartig misprijzen vanuit pluche zetels. Geen betutteling van hoogverheven kunstinstellingen. Geen netwerk van gesubsidieerde kunstreservaten. Wij kiezen voor een Nederland waar kunstenaars uit de kast komen. Wij kiezen voor levende kunst.
Wie denkt dat kunstenaarsparticipatie een kwestie is van one issue kan niet tellen. De terugtrekking van kunstenaars heeft enorme gevolgen voor alle facetten van onze samenleving. Het kost handenvol geld, het tast de kwaliteit van de kunstproductie aan, het vergroot de onveiligheid op straat, het verdrijft mensen uit goedkope panden.
Wij stellen de fundamentele vraag. Wat doen kunstenaars eigenlijk met hun vrijheid? En wat levert het ons op?
Het geschreeuw in de kunstsector, aanvaarden wij niet langer. Henk en Ingrid moeten niet de prijs betalen. De schuld ligt bij kunstenaars en ambtenaren die denken dat de wereld even akelig onverschillig is als de witgekalkte muren van het museum, de kunstgalerie en de broedplaats. De keuze waar kunstenaars voor staan is een simpele: optreden als vrijwillig gevangene in het afgesloten kunstcircuit of het herstel van de traditionele normen en waarden in de kunst. Kiezen voor een maatschappelijk waardeloze kunstproductie of kiezen voor een kunst die het geloof, de hoop en het optimisme van het Nederlandse volk versterkt. Dit is een tijd om te kiezen. Bureau Kunstenaarsparticipatie heeft gekozen. Artistieke vrijheid en verantwoordelijkheid is onze keuze.
Gideon Boie en Matthias Pauwels
Woordvoerders Bureau Kunstenaarsparticipatie
Contribution to the CINEMA CLASH CONTINUUM Conference at the Gerrit Rietveld Academie (28 March–1 April 2011) organized by organized by Studium Generale Rietveld Academie (studiumgenerale.rietveldacademie.nl) the trans-disciplinary theory program of the Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. www.rietveldacademie.nl
The subtheme “Cinema and Society: Where have the subversives gone?” was discussed by BAVO, Lech Kowalski, Jonas Staal and Miško Šuvaković. Curated by Stefan Majakowsi. On Wednesday March 30, 2011.
Categories: Art
Type: Article