Article

When it Comes to Security, There is No Normality

Gideon Boie en Matthias Pauwels


04/2002, Archis/Volume

Een klinische benadering van de hedendaagse beveiligings- en bewakingscultuur

De veiligheidstechnologie heeft een dubbelzinnige positie ten opzichte van de pathologie.  Van de ene kant heeft de technologie een therapeutisch aspect: het komt tegemoet aan de ziekte van de patient.  Het stelt hem in staat op een normalere manier om te gaan met zichzelf en met zijn omgeving.  Van de andere kant kan de technologie de ziektesymptomen ook stabiliseren en intensifiëren. Soms gaat het zelfs zo ver dat de veiligheidstechnologie het symptoom creëert of opwekt, met mogelijks zelfdestructieve en asociale gevolgen.

Download PDF

Deze ambivalente positie van de veiligheids- en bewakingstechnologie is analoog met de positie van het ziektesymptoom in de psychoanalyse.  Het symptoom wordt er gezien als een compromishandeling.  Het is een poging van de zieke om zijn probleem leefbaar te maken en is dus een defensieve structuur tegen zijn eigen ziekte.  Van de andere kant staat het symptoom de zieke ook in de weg volledig te genezen.  Deze compromisformaties van een individu bepalen echter ook zijn identiteit.  Vandaar dat de psychoanalyse een totale genezing onmogelijk en ongewenst acht.  Niettemin blijft het een probleem dat de symptomen soms een bepaalde grens overschrijden, waardoor ze pathologisch worden.  Het bekijken van een onbekende bezoeker, en het mogelijke genot dat hiermee gepaard gaat, is op zich geen probleem: iedereen is wel in meer of mindere mate voyeur.  Deze minimaal voyeuristische tendens corrigeren of elimineren in therapie, zou een zeker genot wegnemen en zelfs de individualiteit van de persoon in gevaar brengen.

Dit lexicon is een exploratie van dergelijke compromisformaties, in relatie met de hedendaagse beveiligings- en bewakingscultuur.  Dit gebeurt aan de hand van acht ziektesyndromen: schizofrenie, paranoia, fetisjisme, voyeurisme, fobie, hysterie, obsessie en het borderline syndroom.  De inzet van het lexicon is tegelijk kritisch en affirmatief: het legt de problematiek van de beveiligingstechnologie uiteen, maar het roept evenzeer op om van de beveiligingssyndromen te genieten.  Enjoy your symptom.

 

THE FIRST PLACE TO START IS AT THE BOUNDARY OF YOUR PROPERTY

schizofrenie

In het algemeen zegt men dat de schizofreen geen fantasie heeft: de dreiging van de ander is een onmiddellijk fysieke spanning.  De beveiligingsmechanismen van de schizofreen zijn hierdoor de meest primitieve van de reeks.  Heeft de paranoicus een 100% sluitende theorie over een ander die hem bedreigt, voor de schizofreen is het niet bepaald wie zijn indringers zijn en wat ze van hem willen.  Evenmin is hij in staat om zich de mogelijke wreedheden van de inbrekers voor te stellen.  Hij voelt zich een speelbal in handen van de ander, zonder de regels ervan te vatten.

Dit gebrek aan fantasie uit zich in de manier waarop de schizofreen zichzelf ervaart: van zijn eigen identiteit heeft hij nauwelijks voorstellingen.  Ook van zijn eigen territorium heeft hij nauwelijks een besef.  Zelfs in zijn eigen woning voelt hij zich een vreemde, alsof hij er zelf niet woont.  Zijn grondgebied is uitgeleverd aan een anonieme, algemeen verbreide openbaarheid.  Dit manifesteert zich bij de schizofreen in een interne, fysieke spanning: het gevoel dat zijn grondgebied uit zijn voegen dreigt te barsten en op te lossen in een ongedifferentieerde, openbare sfeer.

Deze spanning drijft de schizofreen tot wanhopige pogingen om alsnog zijn grondgebied te structureren.  Dit uit zich ruimtelijk in de eindeloze proliferatie van grenzen waarmee hij een primaire ordening in zijn grondgebied kerft.  Overal heerst de logica van de accumulatie: zelfs op de oorspronkelijke omheining worden steeds andere systemen gemonteerd, overal wordt prikkeldraad uitgespannen, afpalingen worden tot diep in de grond uitgebreid.  Deze verminkingen van het eigen territorium gaan voorbij aan elke functionele of esthetische overweging.

 

GET PROTECTED FROM AN ALL INTRUSIVE OTHER

veiligheidsparanoia

Een type-voorbeeld van een paranoïde waanbeeld, is dat van een snoerloze stille getuige* die mijn lichaam controleert en kraakheldere video en audio signalen overbrengt door mijn huid, de muren, vloeren en tussen verschillende kamers in gebouwen.  Toch is dit niet zomaar een pathologie: de veiligheidsmarkt wordt overspoeld door systemen die het geloof voeden van een omnipotente ander.  Een ander die zelfs toegang heeft tot de sensaties en gevoelens afkomstig uit de diepten van mijn lichaam.

De arm van de wet biedt voor de paranoïcus geen bescherming tegen een alles-binnendringende ander.  De wet staat immers aan dezelfde kant als de veiligheidstechnologie.  Systemen waarbij gevoelige microfonen, bij indringing van het territorium, in werking gezet worden en een telefoonlijn openen die de centrale van het politiebureau in staat stellen mee te luisteren, versterken enkel de paranoïde waan.

Paradoxaal genoeg benadert de droom van de paranoïcus de hedendaagse utopie van een totale veiligheid.  De paranoïcus droomt van een toestand van totale gemoedsrust, als een kind dat ernaar streeft volledig samen te smelten met de moeder.  Dit wordt door de veiligheidstechnologie binnen handbereik gesteld: ‘simply plug in and play’.  De door de paranoïcus nagestreefde eenwording betekent dus tegelijk de realisatie van zijn waanbeeld: de terreur van een alles doordringende instantie.

* SILENT WITNESS Phone recorder, http://www.eaprotection.com/eguipment/tel-surv.htm

 

THE RIGHT PRECAUTIONS CAN MAKE A WORLD OF DIFFERENCE

veiligheidsfetisjisme

Veiligheidsfetisjisme is een bijzondere vorm van perversie, waarbij het gevoel van veiligheid volledig afhankelijk is van een specifiek object of systeem: nachtkijkers op warmtebronbasis, infraroodbeveiliging, enz… Cruciaal voor het veiligheidsfetisjme is dat de persoon onderkent dat totale veiligheid een utopie is.  Niettemin loochent hij dit door zijn ijverig opzetten van ingenieus uitgedachte veiligheidsformaties en het aanschaffen van de nieuwste technologische apparatuur.

Een gefetisjeerde beveiliging wordt doorgaans begrepen als een esthetisering van de veiligheidsaspecten.  Voor de fetisjist echter, hoeven de veiligheidsvoorzieningen er op het eerste gezicht totaal niet als een veiligheidssysteem uit te zien, en eigenlijk is ook de functionaliteit of effectiviteit van het systeem geen doorslaggevende factor voor zijn veiligheidsgevoel.  De fetisjist kickt hiervoor te veel op gadgets: hoe hoger het gadgetgehalte, hoe groter de zekerheid dat zijn veiligheidssysteem 100% doeltreffend is.

Op de markt zijn tal van systemen beschikbaar die ideaal aansluiten bij de fetisjistische conditie.  Zoals de systemen die elk mogelijk gevaar tot data verwerkt en vervolgens overzichtelijk op een controlepaneel, televisiescherm of de display van de mobiele telefoon presenteren.  Zo is er een veiligheidssysteem dat de onbekende bezoeker door een infraroodfilter vervormt en transformeert tot een fluctuerende rode vlek op het computerscherm.*  De reductie van de ander tot een vlek geeft de fetisjist het gevoel de ander totaal in zijn macht te hebben.

* INFRARED ILLUMINATOR with camera, http://www.eaprotection.com/eguipment/infrared.htm

 

WHETHER IT’S THE BOARDROOM OR THE BABY’S ROOM, FIND OUT HOW OTHERS BEHAVE WHILE YOU’RE AWAY

veiligheidsvoyeurisme

Veiligheidsvoyeurisme is een perversie waarin het gevoel van veiligheid volledig afhankelijk is, van het zien van een mogelijke inbreker.  De voyeur zal zich pas veilig voelen, als hij weet dat hij de bewegingen in en rondom zijn huis kan registreren of dat deze geregistreerd worden.*  Er bestaan tal van systemen waarbij de camerabeelden continu in digitale bestanden bewaard worden, onafhankelijk van de aanwezigheid van de bewoner.  Alleen al het feit dat dit gebeurt, geeft de voyeur een gevoel van controle en veiligheid.  Zelfs een inbraak kan het veiligheidsgevoel van de voyeur niet echt schaden, zolang de beelden maar op video geregistreerd zijn.

Het ergste dat de voyeur kan overkomen is dat iemand terugkijkt in de camera.  Op die manier worden de rollen voor de voyeur omgekeerd.  Ook al is dit terugkijken in realiteit onmogelijk… toch voelt hij zich bekeken.  Op dat moment wordt hij tot een object gereduceerd in de blik van de ander, een situatie die hem extreem beangstigt.  De ultieme nachtmerrie van de voyeur is dus om in een exhibitionistische situatie verzeild te geraken.

De technologische extenties van de blik (videoapparatuur, miniscule camera’s, enz…) maken het de voyeur in dit opzicht steeds gemakkelijker.  Een confrontatie met een bezoeker die de veiligheidscamera’s inkijkt, wordt vermeden doordat de video het kijken overneemt.  De voyeur hoeft de feiten niet langer ‘live’ waar te nemen: dit wordt uitbesteed aan het videogeheugen.

* VoxPhone REMOTELY MONITORING, http://www.voxphone.com/products/monitor.htm

 

BE WARNED OF A POSSIBLE INTRUDER, FROM THE SAFETY OF YOUR LIVING ROOM OR SIMPLY BY DIALING UP A SITE

veiligheidsfobie

Volgens de beveiligingsindustrie worden onbekende individuen best in het oog gehouden, ook al houden ze zich met hun eigen zaken bezig.  Ook de foob kiest resoluut voor de meest negatieve interpretatie van de feiten.  Aan het onbekende object worden de meest boze intenties toegekend, alsook een absolute macht.  Hierdoor boezemt het object hem zo’n mateloze angst in.

Deze interpretatie van de foob is onverklaarbaar, de anticipatie op misdadige handelingen van onbekenden staat geheel los van de realiteit.  Volgens de psychoanalyse lenigt het fobisch object de infantiele angst verorberd te worden door een omnipotente moeder.  Door aan het fobisch object extreme krachten toe te kennen, probeert de foob de almacht van de moeder in te perken.  De fobie is een extreme poging om aan de terreur van de moeder te ontsnappen.

De huidige veiligheidstechnologie biedt de meest geavanceerde middelen aan om de aanwezigheid van het fobisch object te simuleren: als er iemand het huis binnengaat, ‘beept’ het systeem de foob op.*  Voor de foob is dit ideaal: het blijft immers vaag of het een legitieme bezoeker is of niet.  Het kan immers zijn vrouw, de kat of een inbreker zijn.  De mogelijkheid wordt zo behouden dat het een inbreker is, wat de foob alleen maar sterkt in zijn geloof dat er iets machtiger bestaat dan zijn moeder.

Het eigenlijke probleem van de foob is dus niet de angst door het fobisch object aangevallen te worden, maar juist het feit dat dit object voor hem van levensbelang is.  In feite is de foob dus mateloos gefascineerd door het fobisch object, alleen is hij als de dood om dit verlangen te bevredigen: fascinatie en angst komen hier in conflict.  Opnieuw bestaan er tal van beveiligingsmiddelen die aan deze conflictueuze situatie tegemoetkomen. Het fobisch object zonder risico bekijken, vanuit de veiligheid van de eigen woonkamer (of nog veiliger: op de display van je mobiele telefoon of ‘pager’) was nooit gemakkelijker!

* MOTION DETECTOR / AUTO DIALER, http://www.eaprotection.com/

 

 

A SERIES OF SMALL, BUT USEFUL ROUTINES ENSURE THAT YOUR OVERALL SECURITY IS THE BEST IT CAN BE

obsessionele veiligheidsneurose

De obsessionele veiligheidsneurose is niet zozeer te herkennen aan het soort beveiligings-systemen die gebruikt worden, als wel aan de manier waarop deze uitgevoerd worden.  Met betrekking tot zijn veiligheid handelt de neuroticus daadkrachtig en hij leeft in de volle overtuiging dat zijn maatregelen doel treffen.  Hij denkt alles onder controle te hebben, en ziet geen enkel gevaar.  Treden er toch kleine mankementen op in zijn systeem, dan zal hij deze minimaliseren door ze aan een falen van de techniek te wijten.

Objectief gezien heeft de obsessionele neuroticus alles meestal uitstekend onder controle.  Veeleer is de principiële onmogelijkheid van een ideale veiligheid voor hem het grote probleem.  De mogelijkheid van een inbraak doet immers tekort aan zijn zelfgenoegzaamheid.  Daarom zal de neuroticus aan het gevaar proberen te ontsnappen door rituele handelingen uit te voeren: voor het slapen gaan zal hij twee rondjes rond het huis lopen, bij afwezigheid zal hij altijd licht laten branden, enz…

Aangezien de noodzaak van de uitvoering van deze rituelen indruist tegen zijn autarkie gaat hij zijn veiligheidsrituelen altijd met behulp van iets anders verantwoorden: ‘het is niet goed voor de auto, dat hij te veel buiten staat’, ‘de poort moet toe, want anders zou hij kapot waaien’.  Deze ambivalentie is karakteristiek voor de obsessionele neuroticus.  Aan de ene kant ontkent hij elke kwetsbaarheid t.o.v. een mogelijke inbreker: alles is onder controle.  Van de andere kant staan alle acties en rituelen die hij uitvoert, in het teken van een mogelijke aantasting van zijn autarkie.  De obsessionele neuroticus is hierdoor een levend symbool van de ander.  Het ergste wat een obsessionele neuroot dan ook kan overkomen, is daadwerkelijk onafhankelijk van de ander te zijn.

http://www.maxidor.co.za/hints.htm

 

KNOWING INSIDE INFORMATION ABOUT THE FIRM THAT KEEPS TAPS ON YOUR HOME COULD HELP YOU MAKE SURE YOUR FAMILY IS PROPERLY PROTECTED

veiligheidshysterie

Kenmerk van de veiligheidshysterie is het streven naar perfectie.  Voor de veiligheid van zichzelf en het gezin kan geen enkel systeem ooit goed genoeg zijn.  Ook al weet de hystericus dat hij een waterdichte beveiliging heeft, dan nog zal hij op dit systeem controles uitvoeren.  De veiligheidsbusiness heeft hier een begrip voor: counter surveillance.*  Hiermee worden verschillende fenomenen aangeduid: van de drang om ondanks de beveiligingscamera’s alles toch ook zelf in het oog te houden, tot het inhuren van een andere beveiligingsfirma om de eigen bewakingsfirma te spioneren of door te lichten, enzovoort.

Hysterische beveiligingssystemen zijn doorgaans verborgen, geheime of onzichtbare beveiligingen, die niettemin heel accuraat zijn.  Deze beveiligingstechnieken komen tegemoet aan het fantasme van de hystericus, waarin eerst een verlangen opgewekt wordt bij de inbreker, waarna vervolgens gefantaseerd wordt hoe het systeem de inbreker detecteert, en de inbreker moet afdruipen.  De hystericus werpt zijn territorium dus wel op als het object van het verlangen van een potentiële inbreker, daarentegen staat hij niet toe dat de inbreker van dit object geniet.

Als het dan toch uit de hand loopt en er een inbraak gebeurt, dan zal de hystericus dit ervaren als een onaanvaardbare inbreuk, die ondanks al zijn veiligheidsmaatregelen gebeurd is.  Dit manifesteert dan nogmaals de dubbele houding van de hystericus: enerzijds wil hij het gevaar volledig uitbannen, en is geen prijs hoog genoeg voor een veilig onderkomen, anderzijds wil hij het gevaar ook in stand houden.  Het is immers de nachtmerrie van de hystericus, om te merken dat de inbreker helemaal niet in hem geïnteresseerd is.

http://www.homestore.com/hometech/security/monitorsecurity.asp

 

PERFECT FOR ANY APPLICATION

borderline syndroom

In de praktijk zijn beveiligingsmaatregelen vaak moeilijk vanuit één (pathologisch) perspectief te beschrijven. Beveiligingsacties laten zich meestal kenmerken door een heterogeen amalgaam van verschillende symptomen. Niettemin worden dergelijke randgevallen vandaag de dag in één klinische categorie gedacht: het borderline-syndroom. Precies door het heterogene karakter is dit syndroom het minst doorzichtige in de reeks veiligheidspathologieën.

Op het eerste zicht lijkt er niets pathologisch aan de borderliner. Meer nog, het lijkt alsof hij een afgewogen en verstandig inzicht heeft in de psychologische problematiek achter de veiligheidshetze. Zo kan hij beargumenteren hoe technologie – en publicitaire strategieën van bewakingsfirma’s – het onveiligheidsgevoel bij de man van de straat slechts aanwakkeren. Op andere momenten daarentegen gaat hij juist de onmisbaarheid en noodzakelijkheid van een degelijk beveiligingssysteem verdedigen.

De borderliner ervaart deze inconsistentie van zijn uitspraken niet: een openlijk kritische houding en een continu investeren in beveiliging bestaan probleemloos naast elkaar. De meest onbeduidende details, zoals bijvoorbeeld een deur die iemand vergat dubbel te sluiten, kunnen de beheerste houding van de borderliner doen omslaan in het tegendeel. Het feit dat dergelijke buitensporige angst ongehinderd naast zijn normaal en rationeel gedrag bestaat, toont de gespletenheid van de borderliner.

Ook al worden deze verschuivingen tussen contradictoire gedragingen en opinies door de borderliner niet als probleem ervaren, toch raakt hij soms in crisis. Dit gebeurt op het moment dat hij aanvoelt dat noch rationeel inzicht in het probleem, noch deelname aan de beveiligingsconsumptie hem daadwerkelijk kunnen beveiligen. In die momenten van crisis, raakt hij de kern van de veiligheidsproblematiek: het onveiligheidsgevoel drijft essentieel op de virtuele aanwezigheid van de geweldpleger. In zijn crisis weet de borderliner dat deze virtualiteit nooit opgelost kan worden door een specifiek veiligheidsobject of objectiverend vertoog. Uiteindelijk wordt slechts in een reële inbraak het onbestemde onveiligheidsgevoel echt weggenomen. Precies hierin situeert zich het opportunisme van de beveiligingssyndromen: in het uitstellen van het reële wordt een obscuur genot veilig gesteld.

Gepubliceerd door Archis #3, maart 2002, pp. 36-42 (now Volume): https://archis.org/volume/when-it-comes-to-security-there-is-no-normality-a-clinical-approach-to-security-and-surveillance-systems/

 

Categories: Architecture

Type: Article

Share: