Article
Ontmanteling van de psychiatrische kliniek
Gideon Boie
2012, Psyche
Image: Filip Dujardin
Het psychiatrisch centrum Dr. Guislain, onderdeel van de vzw Broeders van Liefde, is gevestigd in een monumentale site die dateert uit de 19de eeuw. Het plan van het ziekenhuis is naar de hand van Jozef Guislain die pionierde in de medische behandeling van krankzinnigheid. De behandeling moest bij voorkeur plaatsgrijpen in een groene omgeving ten noorden van de stad Gent waar de patiënten rust genoten van rust, vrijheid en veiligheid. Door de tijd heen werd het psychiatrisch centrum ingehaald door de verstedelijking waardoor de kloosterburcht nu deel uitmaakt van de voorstad.
In 2007 kreeg architect Patrick Lefebure de opdracht om het masterplan uit te werken naar aanleiding van de nieuwbouw van een gastenverblijf van 20 bedden. Een bijkomende, maar niet minder belangrijke aanleiding was de vraag vanuit stadsdiensten om de boomgaard open te stellen als park voor de buurtbewoners. Het voorstel was onbespreekbaar voor de Broeders van Liefde. Hoewel de tuinen reeds informeel gebruikt worden door buurtbewoners, leidt de actieve promotie van het instellingsterrein tot publiek domein tot een conflict leiden in het zorgprogramma. Een deel van de patiëntenpopulatie heeft immers nood aan een prikkelarme omgeving.
De vraag van de Stad Gent tekent de geschiedenis van de zorgcampus en de veranderende beeldvorming rond geestelijke gezondheidszorg. Het psychiatrisch centrum heeft haar aparte status in de stad verloren en verschijnt vandaag voor een buitenstaander als een waardevolle groenzone te midden van een dicht bebouwde volkswijk. De positieve beeldvorming wordt in de hand gewerkt door het culturele programma, maar evengoed door ingrepen op de gebouwde infrastructuur. Zo zijn de slaapzalen al lang vervangen door individuele kamers in plaats. Ook is een extra toegang gerealiseerd aan de Francisco Ferrerlaan door de aankoop en sloop van een autoherstelplaats. Op de koop toe verplicht de wetgeving om het nieuwe psychiatrische verzorgingstehuis net buiten het instellingsterrein in te richten, waardoor een de instellingsmuur opnieuw doorbroken wordt aan de Lorkenstraat .
Deze en andere ingrepen maken dat de klinische atmosfeer in het psychiatrisch centrum steeds meer naar de achtergrond verdwijnt en zich presenteert als een volwaardig maatschappelijk programma. De vraag van de Stad Gent dwong het psychiatrisch centrum echter om de infrastructurele vertaling van het zorgstrategisch plan te heroverwegen en een coherente ruimtelijke ontwikkelingsvisie te formuleren. De spontane ontwikkelingen die het psychiatrisch centrum reeds doormaakte, vormen de basis van twee ontwikkelingslijnen.
In de eerste plaats worden de kansen benut die ontstaan langs de zoom van het instellingsterrein. De nabijheid van het stedelijke weefsel biedt mogelijkheden om verbindingen te leggen met de buitenwereld. Op die manier kan een open terrein ontstaan die niet langer geconcentreerd is op het oude indrukwekkende toegangsportaal. Zo heeft de nieuwe toegang aan de Francisco Ferrerlaan heel wat verkeerstromen overgenomen door de strategische inplanting van de parking en de nieuwe voedingsdienst. Ook is het psychiatrisch verzorgingstehuis Lorkenstraat rechtstreeks toegankelijk door de nieuwbouw in te planten als een beluik dat aansluit op de gelijknamige straat. Beide toegangen zijn controleerbaar naar gelang de noden van het moment.
Het ontwikkelingsschema borduurt verder op deze verdichting in de marge van de instelling. Een verdere uitbreiding van het psychiatrisch verzorgingstehuis Lorkenstraat is voorzien in de vorm van een beluik in het verlengde van de straat. Ook is aan de uiterste noordgrens van de instelling een uitbreidingszone voorzien die een antwoord vormt op de aanpalende rijwoningen en achtertuintjes. De vooropgestelde uitbreidingszones vertalen zo op eigenzinnige manier de woningtypologie in de buurt rondom de instelling – zowel in haar voorkomen op de straat als in de kleine achtertuintjes en dito achterbouwsels. De patiënten wonen samen in quasi individuele woningen die onderling niettemin verbonden zijn door strategische doorsteekjes, patio’s en dienstgangen.
In de tweede plaats worden de kansen benut die ontstaan in het historische ziekenhuiscomplex. De 19de eeuwse infrastructuur is moeilijk aan te passen naar de hedendaagse normen op vlak van zorg en huisvesting. Afbraak is echter ongewenst gezien de uitzonderlijke erfgoedwaarde van de gebouwen. De concentratie van het zorgprogramma in nieuwbouw in de marge van de instelling laat toe dat het historische gebouwencomplex verder ontwikkeld worden ten behoeve van publieke functies, zoals het museum, het vormingscentrum en de school. Tegelijk worden nieuwe, beperkte bouwenveloppes getekend die recht doen aan de ruimtelijke structuur van het gebouwencomplex. Zo past de nieuwe vleugel voor het nieuwe gastenverblijf naadloos aan op de kloosterarchitectuur van het oude hospitaal en vervolledigt het deze structuur met een nieuwe ingesloten tuin.
Beide ontwikkelingslijnen passen in de algemene doelstelling van het masterplan om een verzorgde woonomgeving voor patiënten uit te bouwen zonder afbreuk te doen aan de klinische functie. In de huiselijke omgeving staan algemeen menselijke woonverlangens centraal, zoals veiligheid, restruimten en identiteit. Deze aspecten van het wonen werden binnen het ruimtelijk regime van de oude collectieve woonvoorzieningen ontzegd aan psychiatrische patiënten. Vandaag krijgt elke patiënt niet alleen recht op een eigen kamer met bed en lavabo, maar evengoed het recht om zichzelf te zijn in een genormaliseerd stedelijk weefsel .
De ruimtelijke omgeving voor psychiatrische zorg wordt omgevormd van een omgeving voor klinische behandeling tot een woonomgeving waarin een individuele patiënt zich kan thuis voelen. De identificatie wordt onder de patiënten versterkt door de simulatie van een normaal stedelijk weefsel waarin ook plaats is voor restruimten zodat een individu zich vrij kan bewegen. De tuinen – gevrijwaard als groene long door de verdichting in de marge van de instelling – zijn hiertoe onmisbare bouwstenen. Het ruimtelijk masterplan is zo de eerste stap om de historische vervreemding in een psychiatrisch ziekenhuis ongedaan te maken.
Artikel gepubliceerd in Psyche, jaargang 24 (1), februari 2012, een uitgave van VVGG.
Tags: Care, Psychiatry
Categories: Architecture
Type: Article