Article
Limburg uit elkaar halen en terug in elkaar zetten
Gideon Boie
03/2014, Architectuurwijzer
Enkele weken geleden vond in de Genkse C-Mine de tweede ‘Staten-Generaal van de Limburgse Architectuur’ plaats. Vorig jaar was een mogelijke Provinciaal Bouwmeester onderwerp van gesprek, bezinning en reflectie. Dit jaar was dat ‘Stad Limburg’.
Het idee voor ‘Stad Limburg’ werd gelanceerd door gouverneur Herman Reynders. Het kadert binnen de aangekondigde sluiting van Ford Genk en biedt een alternatief voor het daarop volgende Strategisch Plan voor Limburg in het Kwadraat (SALK). De ruimtelijke impact van het plan op de leefomgeving is bijzonder groot en gaat voornamelijk om van buiten af geprojecteerde projecten met een grote ecologische voetafdruk en verkeersbelasting. Anders gezegd: om ontsluiting van de provincie en haar bedrijventerreinen. Men had mogen verwachten dat SALK in zou spelen op een ruimtelijke relance vanuit de logica van Limburg zelf en dat er gezocht werd naar samenwerking en gemeenschapsvorming binnen de 44 gemeenten zelf.
Wim Dries kader het thema vanuit zijn ervaring als burgemeester van Genk. Die stad is ontstaan uit tal van gehuchten, dorpjes en mijncités. Een multipool pur sang dus. Als een inwoner naar het centrum gaat zal hij zeggen: “Ik ga naar Genk”. Toch is er een ruimtelijke, economische en menselijke verbondenheid tussen de delen. Maar natuurlijk is zijn belangrijkste bedenking: “Wat te doen met de burgemeesters?”
Het belangrijkste deel van de Staten Generaal bestaat uit drie danktanks die één vraagstuk behandelen. Ze werden ingeleid door een vakbekwame spreker waarna hij of zij zich samen met de voorzitter, verslaggever en deelnemers – die zeer uiteenlopende vakgebieden vertegenwoordigden – terugtrokken voor bedenking en discussie.
‘Welke schaal voor de ontwikkeling van Stad Limburg en wat zijn de centrale ontwerpuitdagingen?‘ Freek Persyn 51N4E: “de natuurlijke waterbassins in Arnavutköy – die Istanbul van vers drinkwater voorzien – worden bedreigd door snelle urbanisatie. 51N4E herdacht het bestaande ruimtelijke plan binnen de logica van de geografie. Daardoor hangen stad en landschap weer van elkaar af. De bebouwing is geconcentreerd op de bergrug. Het water uit de stad wordt gezuiverd en herbruikt voor irrigatie. Daarna beland het terug in het bekken en kan de stad het opnieuw gebruiken. Elk deel van het ‘landschap’ is zo vormgegeven dat het nadrukkelijk aanwezig is en leeft. Ongecontroleerde groei wordt voorkomen en het waterbekken beschermd. De rol van architect wordt er een van regisseur van kennis tussen verschillende actoren en sectoren. Hij zet doelbewust aan tot samenwerking.” Toegepast op Stad Limburg vraag Freek Persyn zich af welke problemen mensen samen kunnen brengen om een stad te vormen. Welke waarden bepalen de schaal van die stad? En met SALK in het achterhoofd gaat het om welvaart? En, is die dan louter economisch?
‘Wat is de meerwaarde van Stad Limburg? Welk soort economie (kennis-, creatieve-…) is denkbaar?‘ Erik Rietveld van RAAAF (vroeger Rietveld Landscape) verteld gepassioneerd over een aantal die ze gedaan hebben en wat hun meerwaarde was. Het eerste project is hun bijdrage aan de Biënnale van Venetië van 2010: “Vacant.NL”, en de daarop volgende Dutch Atlas of Vacancy. Ze gaan daarin meticuleus te werk; ze inventariseren alle leegstaande gebouwen in Nederland ongeacht typologie en/of functie en beoordelen de potentie van de gebouwen binnen hun context. Zo ontstaat een atlas van mogelijkheden. Voor Bunker 599, deel van de voormalige verdedigingslinie om Amsterdam en zichtbaar vanaf de A2, beslissen ze tot een radicale ingreep. Door de bunker doormidden te zagen en een wandelpad door het water te maken scheppen ze een publiekstrekker die dient als pleisterplaats en gangmaker en tegelijk haar verhaal letterlijk inzichtelijk maakt. Twee andere projecten, Secret Operation 610 (een verrijdbare vergaderzaal voor een voormalig militair vliegveld) en Industrial Jurassic (opklapbare bruggen over de Maas tussen Oost- en West-Limburg) zijn dan eerder gimmicks, maar vertellen wel veel over de potenties van een plek en haar onderliggende problemen.
‘Wie bouwt Stad Limburg en welke rol speelt het menselijk kapitaal en de sociologische realiteit hierin?‘ Ekim Tan van TU Delft/Play the City vraagt zich hardop af of spelen de toekomst van planningsprocessen kan veranderen. Een spel draait namelijk op een beperkte set transparante regels geldig voor iedereen. Steden werken ook zo. Met heel weinig regels kunnen heel complexe processen geregeld worden. Onder andere John Huizinga met zijn Homo Ludens, Christopher Alexander en Richard Buckminster Fuller zijn al met dit idee aan de slag geweest. Laatst genoemde had als onlosmakelijk onderdeel voor zijn paviljoen op EXPO 67 het World Peace Game ontwikkeld dat helaas door de overheid verboden werd wegens te controversieel. Inmiddels heeft de internationale onderzoeksgroep waar Ekim deel vanuit maakt hun ‘spel’ al op verschillende plaatsen en binnen verschillende processen uitgeprobeerd. Het lijkt dat de fysieke ontmoeting, de goede regels en het uitwisselen van rollen de deelnemers vrij maken om hun horizonten te verbreden. Planningswerk lijkt een stuk aangenamer, vruchtbaarder en democratischer te worden. Limburg: “Play the Game”.
Nadat Inge Moors (gedeputeerde Ruimtelijke Ordening ) Limburg vergeleek met een auto die uit elkaar gehaald moet worden voor reparatie en vervolgens terug ineengestoken moet worden vat Peter Cabus (secretaris-generaal van RWO, professor aan KU Leuven) de hele middag nog eens samen. Limburg herkent zich niet in Metropool Vlaanderen maar om mee te tellen op wereldniveau – of zelfs Vlaams niveau – moet er densiteit gecreëerd worden. Schaal is daarin een concept om ruimtelijke vraagstukken te structureren zoals het huidige Territoriaal Ontwikkelingsprogramma voor Centraal Limburg[i] illustreert. Maar hebben ze de Ruimtelijke Ordening nog wel nodig? Waarschijnlijk niet in de traditionele zin. We moeten het spel spelen en meerwaarde genereren. Of met andere woorden: Limburg uit elkaar halen en terug in elkaar zetten!
Juist dit laatste standpunt, of houding zo u wilt, maakt deze middag zo interessant en relevant want zondermeer toepasbaar op het Europa van vandaag. Zouden Stadsregio’s de Europese Unie kunnen redden van een waarschijnlijke (politieke) ondergang? Zou Limburg het model kunnen zijn voor het Europa van de toekomst? Een model losjes gebaseerd op het Europa van vroeger – waarin graafschapjes, koninkrijkjes, bisdommetjes, republiekjes, etc. losjes waren georganiseerd binnen grotere rijken – maar dan zonder onderlinge twisten en met bijna onbeperkte mogelijkheden voor al haar inwoners. Een Europa georganiseerd vanuit de kleine eenheid, vanuit het menselijk kapitaal, waarin samenwerking meerwaarde betekent en geen verlies en waardoor de gezamenlijke munt op natuurlijke en positieve wijze zal floreren.
De verslagen van de denktanks zelf worden later dit jaar gepubliceerd door Architectuurwijzer. Op hun website is alvast het zwartboek “Stad Limburg” te downloaden. http://www.architectuurwijzer.be/bijlagen/2013_stad_limburg.pdf
De Staten-Generaal van de Limburgse architectuur vond plaats op woensdagmiddag 9 oktober 2013 en werd gevolgd door een moeilijk te vatten lezing van Contantin Petcou van het Atelier d’Architecture Autogérée.
[i] http://www.ruimtelijkeordening.be/NL/Beleid/Beleidsontwikkeling/TOPCentraalLimburg
Verslag gepubliceerd door Architectuurwijzer, maart 2014
Categories: Urban planning
Type: Article