Article
Hoe hou je bedenkelijke bouwprojecten tegen aan de kust?
Gideon Boie
06/09/2023, De Standaard
Er bestaan tal van goed werkende instrumenten om advies te geven over ruimtelijke ontwikkeling, schrijft Gideon Boie. Alleen worden die vaak buitenspel gezet, zeker aan de kust.
De jonge ambtenaar Von Bohm gaat aan de slag op de stedenbouwkundige dienst van Coburg, een stadje waar flink gewerkt wordt aan de naoorlogse heropbouw. Algauw wordt de idealistische ambtenaar geconfronteerd met bedenkelijke dossiers waarin de projectontwikkelaar Schuckert een centrale rol speelt. Geschokt door de bevindingen luidt Von Bohm de alarmbel bij de burgemeester. Groot is zijn ontgoocheling als blijkt dat iedereen het eigenlijk allemaal heel normaal vindt. Dat is begrijpelijk, want iedereen heeft wel iets te winnen met de bouwprojecten, zelfs de redacteur van de lokale krant.
De film Lola (1981) van de betreurde Duitse regisseur Rainer Werner Fassbinder biedt de beste toegang tot de politieke dimensie van architectuur en stadsontwikkeling. Met de reeks ‘Zon, zee, macht’ in deze krant kregen we een ongekende inkijk in de dorpspolitiek die de bouwprojecten aan onze Belgische kust aanstuurt. De Oostendse burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) beargumenteert onbeschaamd dat bouwen voor de rijken dient om te kunnen investeren in sociale projecten. Mede-Oostendenaar Johan Vande Lanotte (Vooruit) stelt dat compensaties voor de ontwikkelaar voor zich spreken als zijn bouwplannen ingeperkt worden. Jean-Marie Dedecker, de burgemeester van Middelkerke (LDD), lacht burgerprotest weg met de gedachte: de zeespiegel stijgt, dus hoogbouw is de toekomst.
De realiteit blijkt rijker dan de fictie, de artikelenreeks bevestigt de pyschoanalytische wetmatigheid. Opmerkelijk is dat de vaudeville zich niet alleen uitstrekt over de hele kust en het achterland, maar tevens plaats biedt aan zowat alle kleuren van de partijpolitieke regenboog.
Blijkbaar gaat het er in Bredene anders aan toe, de burgemeester zal het rijk der hemelen erven, maar voor het overige is er een bijzondere consensus onder burgemeesters van liberale, socialistische, christendemocratische én populistische signatuur. De bouwwoede aan de kust is een zegetocht van wat filosoof Slavoj Zizek de postpolitiek noemde: ze overstijgt de partijgrenzen en kent de zakelijke berekening en onderhandeling als enige waarheid.
De rol van de bouwmeester
Maar het is te gemakkelijk om alleen de nauwe banden tussen politici en ontwikkelaars te viseren. De film Lola toont vooral hoe instrumenten die gecreëerd werden om te bemiddelen in die convergentie, vaak buitenspel komen te staan. Het gaat dan om een procedure als de stedenbouwkundige aanvraag – dat is immers wat Von Bohm op zijn bureau te zien krijgt. Opnieuw is de realiteit rijker dan de fictie. Hoe het staat met de bouwvergunningen aan de kust weet ik niet goed, wel duidelijk is dat al die projecten voorbijgaan aan de Vlaamse bouwmeester, een functie die in de jaren 90 gecreëerd werd door de Vlaamse overheid en die vooral succes had op lokaal niveau.
In Vlaanderen spreken we dan over het architecturale middenveld. De culturele sector bood een podium om kennis te verspreiden over architecturale en ruimtelijke kwaliteit, zoals het Vlaams Architectuurinstituut en lokale architectuurorganisaties. Het gaat ook om de Vlaams bouwmeester, werkend vanuit een meer ingebedde, institutionele positie, ter ondersteuning van de publieke opdrachtgever. Ik denk ook aan de conceptstudies van het stedenbeleid, dat uitdrukkelijk tot doel had om de capaciteit van steden en gemeenten te versterken en kennis op te bouwen. Het idee was telkens om een derde stem te introduceren in discussies over ruimtelijke ontwikkeling.
Gebruikt als glijmiddel
Dat is ook de missie van het Stadsatelier Oostende, een adviesorgaan dat werkt in opdracht van het stadsbestuur, bij opstart onder voorzitterschap van voormalig Vlaams bouwmeester Stefan Devoldere. Het Stadsatelier Oostende werkte aan strategische visies en specifieke dossiers, maar als het op de projectontwikkelingen aan de Oosteroever aankwam, stond het buitenspel. Het Stadsatelier had niet eens de bevoegdheid om zich uit te spreken over de Oosteroever. Dat Peter De Decker, de operationeel directeur van projectontwikkelaar Groep Versluys, nu ontwerpsessies met het Stadsatelier gebruikt als argument voor de ontwikkelingen, illustreert hoe die gebruikt worden als glijmiddel.
De verwijzing naar de rol van de Vlaamse bouwmeester in een ontwerpwedstrijd is trouwens een indianenverhaal. De wedstrijd van de bouwmeester was een conceptstudie met het oog op de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), waar de projectontwikkelaar in principe geen rol in heeft.
Kennis opbouwen is één ding, maar kennis kun je gewoon ergens parkeren. Bedenkelijke projecten ombuigen, dat is heel wat anders. De toekomst van de ruimtelijke ordening aan de kust oogt weinig rooskleurig, zeker als we afgaan op het grimmige sociaalrealisme van Fassbinder. De eenzaamheid drijft Von Bohm naar Lola, zangeres in het plaatselijke bordeel. De liefde krijgt het zwaar te verduren als Lola een affaire blijkt te hebben met ontwikkelaar Schuckert. Als Von Bohm later toch trouwt met Lola – het gaat immers om echte liefde – krijgt hij van Schuckert het bordeel cadeau, als een soort zegen over het huwelijk. Schuckert blijft zijn oude zelf en heeft nog regelmatig ontmoetingen met Lola. De jonge ambtenaar laat het niet meer aan zijn hart komen en schikt zich naar de manier waarop het altijd ging in het stadje.
Gideon Boie, “Hoe hou je bedenkelijke bouwprojecten tegen aan de kust?”, De Standaard, 6 september 2023, 26-27.
Tags: Vlaams Bouwmeester
Categories: Urban planning
Type: Article