Article

Het dorp als zorgomgeving

Gideon Boie en Vjera Sleutel


05/03/2022, Psyche

Image: Niels Donckers

Net buiten de dorpskern van Zoersel staat een huis in de lintverkaveling langs de Voorne. Het is een alledaags tafereel in het verstedelijkte Vlaanderen, behalve dat de vrijstaande woning ietwat overmatig uitvalt – in lijn met de soms protserige villa’s verderop. De woning betreft acht individuele studio’s waar personen met mentale en fysieke handicap zelfstandig samen wonen.

Download PDF

De woning werd in 2003 gebouwd als onderdeel van Monnikenheide en geldt als één van de vroege initiatieven voor beschut wonen. Het ontwerp door Dirk Somers (toen actief in het architectuurbureau Huiswerk, vandaag Bovenbouw) verdient een iconische plaats in de zorgarchitectuur Vlaanderen, om verschillende reden.

De vrijstaande woning is een vrij letterlijke vertaling van het verlangen om een inclusieve en genormaliseerde woonomgeving te scheppen, weliswaar aangepast aan de noden en verlangens van de bewoners. De bouwenveloppe schept het primitief beeld – de architect spreekt over een ‘kinderlijke letterlijkheid’ – van een huis met dak en voordeur. De huisdeur geeft direct uit op de inkomhal en leefruimte. Deze centrale leefruimte is tegelijk een atrium dat zich uitstrekt over de drie etages en uitkijkt op de oplopende gang waarrond de kamers geschikt zijn. De gang verdwijnt hierdoor als circulatieruimte, maar presenteert zich eerder als een oplopende statige ruimte van waaruit je de hele woning kan overschouwen.

In de ontwerpfase benadrukten de toekomstige bewoners hun verlangen naar individualiteit en het niet-bekeken worden. Het ontwerp legt daarom de nadruk op de zelfstandigheid van de bewoners, eerder dan op collectieve woonvorm. De centrale leefruimte is bijgevolg eerder minimaal ingericht en doet tegelijk dienst als zitkamer, eetkamer en keuken. Het is een gemeenschappelijke ruimte die als overgang dient tussen de private studio’s van de bewoners. De studio’s zijn ruime kamers met een eigen zithoek, sanitaire cel en kitchenette. Opvallend is dat de deur van de studio’s opgevat wordt als een voordeur. De architect herinnert zich de vraag te stellen: “Is er nog iets dat we niet voorzien hebben?” en het gevatte antwoord kreeg: “Ja, een vrouw.”

De zorgwoning, onderdeel van Monnikenheide, de eerste voorziening die gebouwd werd buiten de beschermde omgeving van het bos, gelegen een eindje verderop in de zijstraat. De ligging van Monnikenheide op de rand van bos en verkaveling was goed om personen met een mentale en fysieke handicap op te vangen in een open omgeving. Sommige bewoners werden hierdoor echter beperkt in hun zelfstandigheid. Om hier aan tegemoet te komen werd een woning aan de Voorne gekocht voor zelfstandig verblijf van drie gasten. De locatie aan de dorpsstraat maakte het mogelijk om gemakkelijker gebruik te maken van de sociale voorzieningen in het dorp (bakker, kruidenier, bushalte, etc.)

Technisch directeur Kris De Koninck herinnert zich hoe indertijd moest gevochten worden tegen het cliché dat de bewoners ’s ochtends geen boterham op de plank zou krijgen en niet gewassen zouden zijn, alsof er geen ondersteuning zou gebeuren vanuit Monnikenheide. De inclusie bleek niettemin een succes en al gauw worden plannen gemaakt om de wooncapaciteit en -kwaliteit te verhogen. Gezien de beperkte typologie van de bestaande woning wordt gekozen voor afbraak en nieuwbouw. Een bijkomend voordeel hiervan is dat het bestaande huis dat achteraan de kavel gelegen is, operationeel blijft tijdens de bouwwerken voor de nieuwe woning in de voortuin. Het is de reden waarom de nieuwbouw vandaag dicht tegen de straat ligt en de achtertuin maximaal open bleef.

De vormgeving van het Huis aan de Voorne gaat een retorisch spel aan met conventies en gemeenplaatsen van de dorpse omgeving. Zo creëert het grote dak de mogelijkheid om een derde etage te bouwen in een context waar dit in principe niet toegelaten is – een oplossing die je evengoed ziet in kloeke fermettes verderop. De rode bakstenen tonen nadrukkelijk dat er een huis gebouwd wordt, geen zorginstelling – de architect zet zich expliciet af tegen de gebruikelijke ‘slick design’ om ziekenhuisnormen inzake ergonomie, hygiëne en dergelijke te maskeren.

De ontwerpstijl noemt de architect ‘hysterisch contextueel’, een term die hij overneemt van zijn toenmalige stagemeester Erik Wieërs (huidig Vlaams Bouwmeester). Het betekent dat de woning schaamteloos alledaagse kenmerken van de omgeving in zich opneemt en deze zodanig uitvergroot dat het bijzonder wordt. De grote rode bakstenen gevel zijn een interpretatie van de huizen in het dorp, de schaal refereert eerder naar de villa’s in de verkaveling van het bos. De tegelvloer in Vichy-patroon refereert naar het tafelkleedje in de Vlaamse achterkeuken. De architect noemt het ontwerp van Huis aan de Voorne een geval van transbanaliteit: tal van banale kenmerken eigen aan de huiselijke atmosfeer worden vertaald naar een zorgcontext.

Opvallend is dat het belangrijkste referentieproject bestond uit het inkomgebouw op vakantiedomein De Hoge Rielen – “beide projecten hebben tegelijkertijd liggen marineren,” zegt de architect met een knipoog. Wellicht ligt daarom het unieke karakter van het Huis aan de Voorne: de woning zorgt niet alleen voor een inclusie van personen met een fysieke en mentale handicap in de dorpsomgeving, het wijkt ook af van de typische ziekige vormgeving van ziekenhuizen en opvangcentra.

Artikel gepubliceerd in Psyche 34 (1), uitgave van het Steunpunt Geestelijke Gezondheidszorg, maart 2022, 20-21.

Tags: Care

Categories: Architecture

Type: Article

Share: